Hooikoorts bij mensen. Pollen-/grassenallergie bij honden.

Dit artikel gaat over hooikoorts en de oorzaken ervan. Als je huisdier allergische klachten heeft, zoals een pollen-/grassenallergie of huisstofmijtallergie, lees dan verder om meer te weten te komen over de overeenkomsten en mogelijke oplossingen.

Wat is hooikoorts?

Hooikoorts, ook bekend als allergische rhinitis, is een ontsteking van het neusslijmvlies als gevolg van een overdreven immuunreactie op stoffen in de lucht, zoals pollen, huisstofmijt, schimmels en huidschilfers van dieren. Het is een onderdeel van een algemene allergische aandoening die zich in het hele lichaam kan manifesteren. Mensen met hooikoorts hebben vaak ook andere vormen van allergie, zoals eczeem, astma en voedselallergieën. Bij mensen met allergische rhinitis reageert het immuunsysteem niet alleen op onschuldige stoffen in de lucht, maar op heel veel uiteenlopende allergenen en in veel gevallen zelfs tegen het eigen lichaam.

Standaardbehandeling en de beperkingen ervan

De standaardbehandeling van hooikoorts met medicijnen die de immuunreactie afremmen of blokkeren, kan het immuunsysteem niet herstellen en kan de werking ervan zelfs verstoren. Het vermijden van luchtwegallergenen wordt vaak geadviseerd, maar dit is vrijwel onmogelijk en ook niet nodig wanneer je de werking van het immuunsysteem  herstelt.

Seizoensgebonden karakter en andere factoren

Waarom noemen we een allergische rhinitis eigenlijk hooikoorts? Het wordt niet veroorzaakt door hooi en gaat meestal niet gepaard met koorts. Hooikoorts wordt vaak geassocieerd met het hooiseizoen vanwege een hogere concentratie van allergenen zoals pollen in de lucht en bepaalde weersomstandigheden. Echter, allergische rhinitis is meestal een chronische aandoening die het hele jaar door kan optreden, met verergering van symptomen tijdens het pollenseizoen of door andere omstandigheden zoals huisdieren, schimmelrijke omgevingen, irriterende stoffen op het werk en luchtvervuiling.

Allergenen die hooikoorts veroorzaken

De allergische reactie in het neusslijmvlies kan door alle mogelijke allergenen in de lucht veroorzaakt worden. Een allergeen is een op zich onschuldige stof (een antigeen) die een overdreven immuunreactie opwekt, waarbij bepaalde antilichamen worden aangemaakt. Bij allergische rhinitis gaat het vooral om pollen, huisstofmijt, schimmels en huidschilfers van dieren. Het immuunsysteem kan echter ook reageren op andere onschadelijke en schadelijke stoffen in de lucht, de omgeving en voeding.

Allergische rhinitis kan bijvoorbeeld ook uitgelokt worden door uitlaatgassen, sigarettenrook, latex, nikkel, insectenbeten, penicilline, salicylzuur (aspirine), niet-steroïde ontstekingsremmers en bepaalde voedingsmiddelen (vooral gluten, tarwe, koemelk, eieren, pinda’s, noten, schaaldieren en soja). Het gaat dan niet altijd om een zuivere allergische reactie, maar vaak om een overgevoeligheid voor irriterende of schadelijke stoffen, doordat de immuniteit in het neusslijmvlies (én in het darmslijmvlies) verstoord is.

Verband tussen Th17 en Treg cellen

Eerder zag men een allergie als een ander soort immuunziekte dan auto-immuniteit. Bij een allergie ziet men namelijk een verhoogde Th2 respons en bij auto-immuniteit een verhoogde Th1 respons. Th1 en Th2 cellen helpen bij de immuunrespons. Ze maken signaalstoffen (cytokinen) aan die de activiteit van bepaalde immuuncellen verhogen of verlagen. Ze zijn heel belangrijk voor de afweer tegen virussen, bacteriën, parasieten, schimmels, allergenen en toxische stoffen.

Er zijn verschillende soorten T-helpercellen, die elk een ander soort cytokinen aanmaken, met elk een ander effect. De bekendste ervan zijn Th1, Th2, Th17 en Treg.

De verstoorde balans tussen Th17 en Treg cellen speelt een belangrijke rol bij zowel allergie als auto-immuniteit. Bij allergische aandoeningen zijn de ontsteking opwekkende T-helpercellen (Th2 en Th17) overactief, terwijl de ontsteking opheffende T-remmercellen (Treg) niet actief genoeg zijn. Er is een verstoord evenwicht tussen Th17 en Treg cellen, dat hersteld moet worden.

T-helpercellen kunnen veranderen in andere soorten T-helpercellen onder invloed van de omgeving en de omstandigheden. Th17 cellen kunnen bijvoorbeeld Th1 of Th2 cellen worden en Treg cellen kunnen veranderen in Th1 of Th17 cellen. Dat wil zeggen dat T-helpercellen die een immuun- en ontstekingsrespons opwekken, kunnen veranderen in T-helpercellen die de immuun- en ontstekingsrespons afremmen (en omgekeerd).

Th17 cellen zijn belangrijk voor het opwekken van een immuun- en ontstekingsrespons, terwijl Treg cellen belangrijk zijn voor het afremmen van de immuun- en ontstekingsrespons en het behoud van de immuunbalans.

Bij allergische aandoeningen zijn de ontsteking opwekkende T-helpercellen (Th2 en Th17) overactief en de ontsteking opheffende T-remmercellen (Treg) niet actief genoeg. Er is vooral een verstoord evenwicht tussen Th17 en Treg cellen.

Bij zowel auto-immuniteit als allergie zie je een verstoorde balans tussen Th17 en Treg cellen en zijn de onderliggende oorzaken dezelfde. Men ziet ook steeds meer overlap tussen allergie en auto-immuniteit. Mensen met hooikoorts, astma en/of eczeem hebben heel veel kans om ook een of meerdere auto-immuunziekten te krijgen, zoals systemische lupus erythematosus, Sjögren syndroom, psoriasis, vitiligo, myasthenia gravis en reumatoïde artritis.

Factoren die de Th17/Treg balans verstoren

Verschillende factoren kunnen de balans tussen Th17 en Treg cellen verstoren, zoals een verstoorde darmflora, antibiotica, vitamine D-tekort, een chronisch hoge bloedsuikerspiegel, onevenwichtige vetzuren, gebrek aan beweging, toxische stoffen en zware metalen.

Herstellen van de Th17/Treg balans

Het herstellen van de balans tussen Th17 en Treg cellen verbetert zowel allergie als auto-immuniteit (en alle andere chronische ontstekingsziekten). Een gezonde darmflora en voldoende vitamine D zijn essentieel, en er zijn ook andere voedingsstoffen die kunnen helpen bij het herstellen van de balans. Denk aan pre- en probiotica, omega-3 vetzuren, zink, alfa-liponzuur, quercetine, enzovoort. Het is belangrijk om te kijken wat bij jouw situatie past.

Beperkingen van desensibilisatietrajecten bij dieren

Heb je een dier met een pollen- of grassenallergie, dan wordt er regulier vaak gekozen voor een desensibilisatietraject met injecties. Het stofje waar jouw hond overgevoelig op reageert, wordt tot een injecteerbaar serum verwerkt en langzaam wordt de dosis van de injectie opgehoogd zodat het immuunsysteem leert hier niet meer heftig op te reageren. Maar misschien begrijp je na het lezen van het bovenstaande dat je hiermee nog geen oplossing hebt voor de uit balans geraakte Th17/Treg. Wat ik vaak merk in de praktijk is dat de klachten misschien 1 jaar verbeteren maar dat het dier dan vaak overgevoelig gaat reageren op andere stofjes in zijn omgeving. Omdat je niet hebt gewerkt aan herstel van die belangrijke immuunbalans. In sommige situaties kan een desensibilisatietraject zeker van toegevoegde waarde zijn om het systeem rustig te krijgen, maar tegelijkertijd zul je m.i. echt aan de slag moeten om die immuunbalans te herstellen.

Conclusie

Het is belangrijk om te werken aan het herstel van de immuunbalans bij allergische aandoeningen. Het bekijken van individuele symptomen en het zoeken naar oplossingen die bij jou of bij jouw dier passen, is essentieel voor een effectieve behandeling.

Wil jij weten wat voeding kan doen voor jou en je dier? Neem gerust contact met mij op.

Marielle Rekveld-Temminck