Schildklierproblemen bij de hond
Dit is het verhaal van Louis, een kruising Maltezer uit 2014.
De eigenaren komen bij mij omdat Louis een lange lijst heeft aan klachten.
“Overgewicht, angsten, depressief, veel overgeven, soms last van epileptische aanvallen. Louis heeft grote moeite met uitgaan. Lopen duurt allemaal heeeeel lang. Vaak gaat hij gewoon zitten van tot hier en niet verder. Of hij blijft heel ver achter, is dan afwachtend. Van vrolijk doorlopen en spelen is bijna geen sprake. We hebben het idee dat hij vaak misselijk is.” Schildklierproblemen?
Louis is sinds 2016 bij zijn huidige eigenaren. Daarvoor woonde hij in Roemenië. Van zijn leventje daar is vrijwel niets bekend, behalve dan dat hij daar op de velden zou hebben geleefd.
In die paar jaar in Nederland doet Louis niets anders dan spugen, spugen, spugen. Het is helemaal erg bij warm weer. Ondanks dat hij zo misselijk is, is zijn focus wel gericht op eten. Hij doet niets anders dan eten, eten en nog eens eten. In de zomer van 2018 is hij zo slecht dat de eigenaren denken dat hij het einde van het jaar niet gaat halen. In maart 2019 komen ze bij mij. Tot die tijd hebben ze een regulier traject met hem gevolgd.
Bloedonderzoek
Na ons allereerste telefoongesprek stel ik voor om bloedonderzoek te laten doen door de dierenarts en ook de schildklier hierin mee te nemen. Ik vermoed namelijk een te traag werkende schildklier. Het regelen van de schildklierwerking begint in de hersenen, bij de hypothalamus. Die stuurt een signaal naar de hypofyse, die vervolgens schildklierstimulerend hormoon (TSH) naar de schildklier stuurt. Door dit proces maakt de schildklier een beetje T3 (10-20%) en veel T4 (80-90%) aan. Deze twee hormonen worden in de schildklier opgeslagen en van deze voorraad wordt telkens een gedeelte in de bloedbaan gebracht wanneer de lichaamscellen daar behoefte aan hebben. Via het bloed worden de hormonen door alle delen van het lichaam gevoerd. In de weefsels, vooral in de lever, wordt T4 omgezet in T3, dat 3-10x actiever is dan T4 en daardoor ‘nuttiger’ is voor de lichaamscellen.
Bij Louis is de T4 getest en die komt uit op 17. De normaalwaarden zijn 13-51. Je zou zeggen: 17 is keurig binnen de normaalwaarden. Maar, gelet op de bouw van Louis (het is een kleine hond) en zijn leeftijd (4 jaar), zou je eigenlijk een hogere T4 mogen verwachten. Jonge dieren in de groei hebben meer schildklieractiviteit dan oudere honden die minder energiebehoeften hebben. Daarnaast verschilt het metabolisme van b.v. een Sint Bernhard met dat van een Chihuahua. Bij de uitkomsten van het bloedonderzoek wordt hier helaas geen rekening mee gehouden en wordt alleen gekeken naar die standaardwaarden waarbinnen alles moet passen; jong, oud, groot en klein.
Bij Louis is ook de TSH getest. De aanmaak van TSH wordt bepaald door de hoeveelheid FT4 (vrije T4, de actieve vorm van T4) en FT3 (vrije T3, de actieve vorm van T3) die in het bloed circuleert. Deze 2 hormonen geven een signaal af aan de hypofyse, welk signaal duidelijk maakt hoeveel TSH er moet worden geproduceerd voor een stabiele circulatie van T4 en T3. Er is een groot verschil tussen het samenspel van FT4 en FT3 en de TSH bij mens en hond. Bij de mens speelt ongeveer 95% van de TSH een rol bij regulatie van de schildklierhormonen, bij honden is dit slechts ± 70%. Bij honden spelen ook groeihormonen (naast de TSH) een rol bij de regulatie van de schildklierhormonen. Dat maakt dat het testen van TSH bij mensen veel accurater is dan bij honden.
Wanneer de schildklier te traag werkt (hypothyreoïdie) dalen de waardes van de FT4 en wordt de hypofyse gestimuleerd om meer TSH aan te maken. De TSH van Louis is 0.33. Normaalwaarde is < 0.5. Keurig dus.
Maar, zoals ik hierboven als schrijf, het is geen alleszeggende meting bij honden. En de klachten die Louis laat zien, duiden m.i. op een te traag werkende schildklier. Of in ieder geval een probleem op endocrien (hormonaal) vlak. Lever- en/of darmproblemen maar ook nieraandoeningen kunnen eveneens leiden tot een verlaagd T4.
Homeopathische behandeling
Een en ander neem ik mee in mijn keuze bij de homeopathische behandeling van Louis. Op de eerst ingezette middelen blijft het vele braken bij Louis aanhouden, hoewel hij op dit gebied af en toe een verbetering laat zien. In de 2e maand van de homeopathische behandeling echter vindt er een verandering plaats bij Louis. “Hij is best actief: hard rennen in de tuin. Kijkt beter en helderder uit zijn ogen, speelt vaker, is wat meer open. Ook wel meer interactie met andere honden. Die spelmomenten zijn alleen nog erg kort.”
Schildklierproblemen kunnen zich uiten op heel veel vlakken. De schildklier maakt onderdeel uit van het endocriene systeem en stuurt het niveau van stofwisseling aan en beïnvloedt daarmee bijna alle processen in het lichaam. Denk aan opname van voedingsstoffen, de snelheid van het verwerken van voedingsstoffen, de productie van enzymen, hormonen, zuurstofverbruik en zuurstofvoorziening hersenfunctie, reproductie, enz.
Hoe een schildklier functioneert zie je daarom terug in o.a. de conditie van de huid en de vacht (glans, haargroei en -uitval, dikte huid), afweer ((darm)infecties, auto-immuun), lichaamsgewicht (efficiëntie opname voeding), alertheid en mentaal functioneren (leercapaciteit, depressie, zin in het leven, gedrag), neurologie (hersenfunctie, epilepsie), groei (denk aan ontwikkeling van pups/kittens) en voortplantingsprocessen.
Klachten zijn symptomen van een ziekte. Voor mij als homeopaat is het belangrijk dat ik de zieke behandel en niet de ziekte, dus moet ik in feite proberen te kijken onder deze laag van ziektesymptomen. Hoe was het dier als pup? Was hij toen wél vrolijk en blij en maakte hij gewoon contact met soortgenoten? Was zijn eetlust toen wél normaal? Wanneer ik de zieke behandel, neem ik de ziekte automatisch mee in het proces tot herstel.
Louis komt -zoals gezegd- uit Roemenië dus we weten niet hoe Louis was als pup, toen hij mogelijk klachtenvrij was. Dat maakt de zoektocht naar een oplossing wat ingewikkelder maar gelukkig niet onmogelijk.
Weer een maand verder (dit is maand 3 in de homeopathische behandeling) vindt er een grotere ommekeer plaats: “Louis is opgewekt.. Hij kijkt helderder.. Wat snellere bewegingen….Iets actiever. Nog niet gespuugd. We zagen al vlot dat hij positief veranderde.”
In de zomer van 2019 is Louis goed te pas, ondanks de extreme hitte. Hij heeft niet meer gespuugd. Wandelen gaat ook beter, hij kijkt minder vaak achterom. Hij zwemt graag.
Lous verandert steeds meer in een stabiele hond op zowel fysiek als mentaal niveau. De verandering heeft plaatsgevonden puur en alleen op de homeopathische middelen.
Wil jij meer weten over schildklierproblemen bij hond of kat? En wil je weten wat homeopathie kan doen bij schildklierproblemen? Neem gerust [maxbutton id=”1″ ] met mij op.
Voor meer info over bloedonderzoek bij schildklierklachten: https://hemopet.org/hemolife/thyroid-testing/(Engelstalig)
Boeken: the Canine Thyroid Epidemic (drs. W.J. Dodds, DVM), Schilddrüse und Verhalten (B. Zimmermann)